dinsdag 15 april 2014

VITO

Van het VITO (Vlaams Instituut voor Technologisch Onderzoek) kwam recent een verzoek binnen bij Fietsersbond Gent: of we hun oproep wilden publiceren. Het VITO koos namelijk, als technisch adviseur bij een doctoraatsonderzoek, samen met de KU Leuven, Gent uit om het verplaatsingsgedrag na te gaan van personen die hun ritten maken met een elektrische fiets.
Hun project kreeg de naam "Sprint". Daarvoor zochten ze, volgens de aankondiging, 300 vrijwilligers in de regio.

Het begrip "fiets" ruim interpreterend, stelde ik me kandidaat, met daarbij de melding van het soort "fiets" waarmee ik me verplaats met elektrische ondersteuning. En kijk: ook het VITO interpreteert de omschrijving ruim, want ik werd één van de fietsers die gedurende een jaar gevolgd wordt.

Het hoe en wat wordt stilaan duidelijk. De informatie komt druppelsgewijs binnen. Recent is een gps-datalogger in de Orca geïnstalleerd.

Van boven naar onder:
  • Cycle Analyst V2.3
  • LiIon accu (12V) voor verlichting en dergelijke
  • gps-datalogger
Zodra de Orca in beweging is, wordt alle relevante informatie over de verplaatsing opgeslagen en doorgestuurd.

Ondertussen kreeg ik toegang tot het ledengedeelte van de site en daar kan ik dan mijn routes van de vorige dag weervinden.

Daarna zal allicht het volgen beginnen (enkel de routes lijken geregistreerd te worden; geen snelheden). Ik ben benieuwd hoe dit allemaal zal lopen.
Aangezien ik in de Orca de gps continu gebruik (voornamelijk als super-fietscomputer), heb ik voor mezelf ook per definitie alle tracks van alle afgelegde routes sinds de aankoop. Daarnaast worden de meeste verplaatsingen ook via Strava geregistreerd.
Nu zullen die data ook in een ruime databank terechtkomen. Hopelijk volgt er voldoende informatie, zodat ikzelf en de andere testpersonen ook kunnen zien hoe een elektrische fiets gebruikt wordt.
Mijn verwachting is dat dit voor een velomobiel toch wat anders zal lopen: het lijkt me typisch dat hiermee grotere afstanden afgelegd worden. Nu kan op een objectieve manier nagegaan worden of dat buikgevoel overeenstemt met de realiteit.

Dat zou een mooie basis kunnen vormen voor het promoten van de velomobiel als transportmodus. De vraag is in hoever in het onderzoek een onderscheid gemaakt wordt naar het type fiets. Gebeurt dat niet, dan is er geen basis hiervoor, tenzij indien ik mijn resultaten kan vergelijken met het gemiddelde of indien iemand van VITO of KU Leuven bereid is me die informatie te verstrekken. Vermoedelijk is dat niet relevant voor het doctoraatsonderzoek, maar mij interesseert het zeker wel!

Aanvulling: ik had er niet bij stilgestaan, maar de kans is groot dat de Orca de enige velomobiel is die gevolgd wordt. In dat geval is het statistisch niet erg relevant hoeveel kilometers die aflegt. Het kan wel een aanduiding zijn van het potentieel, meer niet.

1 opmerking: