donderdag 12 augustus 2010

vakantie en fietsen - deel 3: Pyreneeën




Amper terug uit Bretagne mocht ik alweer inpakken met deze keer de centrale Pyreneeën als doel. Dat gebergte is een droom om in te wandelen: ruig, grotendeels onaangeroerd, goed gedocumenteerd (dank je, Ton Joosten, voor je uitgebreide gidsen) en erg gevarieerd.
Maar goed: deze blog gaat over fietsen en ook dat wilde ik daar doen. De kampeeruitrusting werd dus wat uitgebreid.


Je ziet onze auto, de Alpen-Kreuzer Parade Royal vouwwagen en daarop de fietsen.

Ons doel was een camping die we al enkele keren bezochten: Pyrenees Natura, aan de rand van het nationale park van de centrale Pyreneeën, aan de Franse kant wel te verstaan. De zoon zijn terreinfiets was mee, uitgerust met baanbanden. Daarnaast zie je mijn Trek hybride staan. Die was mee om samen met de zoon wat ritjes te maken. Natuurlijk was ook de Gforce trike van de partij. Ik wou eerst en vooral uitzoeken hoe de trike (en ik) zou presteren op wat minder vlak terrein: de cols van de Tourmalet, de Soulor en de Aubisque waren niet erg veraf ! Daarnaast zijn er nog heel wat klim- en daalwegen in de onmiddellijke omgeving en vlakke wegen kun je vergeten.

Estaing, het dorp waar we kampeerden, ligt wel behoorlijk ver: 1150 km met een goed beladen vouwwagen doe ik niet in één dag, vooral omdat er onderweg ook zoveel te zien is. We stopten dus voor een eerste overnachting in Pierre-Buffière, zo'n 20 km ten zuiden van Limoges. Dit is een onooglijk dorpje met een kleine maar nette camping municipal, waar we ook in het verleden elke keer plaats vonden. De fietsen werden van de vouwwagen gehaald - noodzakelijk als je die wil opzetten - en gebruikt om het dorp te verkennen en een eetgelegenheid te zoeken.


Verrassing: het dorpje heeft een enorm steile hoofdstraat. De helling is niet aangegeven, maar ik schat dat die meer dan 10 % bedraagt ! Daarachter ligt een deel met een middeleeuwse stratenstructuur: kronkelend, smal en met een goot in het midden. Hier werd de volgende morgen de trike een eerste keer getest op de afdalings- en klimcapaciteiten en meteen wist ik ook wat ik aankon.
In het kort: door het lage gewicht is de fiets pijlsnel op tempo in de afdalingen en ook bij het klimmen is dat een welkom gegeven. De SPD-pedalen en bijhorende schoenen zijn noodzakelijke voorwaarde in die omstandigheden: je kunt hiermee veel efficiënter kracht overzetten én ook trekken aan je pedalen.

Grappig en opmerkelijk was de reactie van de inwoners (er waren zo goed als geen toeristen) op de trike: ik kon net zo goed van een andere planeet komen. Monden vielen open, mensen draaiden mee om toch maar niets te missen van dat rare ding. Ik wist al waar ik me aan kon verwachten de rest van de reis !

Dag 2 reden we door het schitterende zuidelijke deel van Frankrijk, bijna in een rechte lijn naar Lourdes en van daaruit naar Estaing, een onooglijk dorpje tussen indrukwekkende bergtoppen. Om je een idee te geven van de fietsuitdagingen (in mijn ogen toch):
  • Estaing ligt op 970 m hoogte, het meer dat dezelfde naam draagt op 1167 m en ligt 5 km verder.
  • Naar Arrens, een buurdorp, ga je over de Col des Bordères. Dit betekent eerst 200 m klimmen, dan een eind min of meer vlakke baan en daarna 300 m dalen. Dit alles over een afstand van ongeveer 7 km, met hellingsgraden tot 13 %.
  • Vanuit Arrens rij je naar de col de Soulor. Vanaf hier moet je 7 km klimmen, met een gemiddeld percentage van om en bij 8 %. Je klimt van ongeveer 850 m tot 1474 m. Indien dat niet voldoende is, kun je ook vertrekken in Argelès-Gazost en er zo 19 km van maken. De kenners weten dat de Col d'Aubisque hierop aansluit.
Voor mijn ongeoefende benen was dit ruim voldoende, temeer omdat we als voornaamste doel wandelen hadden. Toch reden we de eerste dag al even tot aan Lac d'Estaing, deze keer met de bukker. Niet van de poes, voor wie ons vlakke landje gewoon is ! 


We merkten meteen hoe leuk de afdaling kan zijn, maar ook hoe snel die voorbij is. Daarbij moet je zeker rekening houden met de manier waarop in Frankrijk de wegen onderhouden worden: op het asfalt wordt een laag grint verspreid, die de auto's verondersteld worden vast te leggen. Je moet dus je spoor kiezen in de bochten en heel goed uit je doppen kijken.
Nota: kijk vooraf héél goed je remmen na. Je leven hangt er vanaf. Letterlijk. Dat baarde me op de trike in het begin wel zorgen. Niet dat de remmen slecht zijn, integendeel, maar een gekoppeld hydraulisch systeem heeft een wel heel belangrijke consequentie: indien er iets fout loopt, heb je gewoonweg géén remmen meer.
Dit is natuurlijk geen verslag van de vakantie, maar een blog over fietsen, dus spoelen we door naar het belangrijkste wapenfeit van die periode. Ik had me voor de trike de volgende doelen gesteld:
  • is bergrijden met een ligfiets echt zo zwaar of zelfs onmogelijk ?
  • hoe snel durf ik naar beneden rijden en hoe zal de fiets zich daarbij gedragen ?
  • wat met de stabiliteit in de bochten ?
Het summum was een uitstapje alleen over de Col des Bordéres en daarna de Soulor: ruim 30 km klimmen en dalen. Na een eerdere vervelende ervaring (snakebite veroorzaakt door een venijnige losse steen in een haarspeldbocht, wel een reserveband maar geen pomp mee...), vertrok ik goed uitgerust voor dit exploot.
Voor ogen houdend dat ik absoluut geen prof ben en amper 2000 liggende kilometers in de benen heb en dat de meeste andere fietsers die ik tegenkwam met lichte koersfietsen en in dito uitrusting reden, denk ik te mogen stellen dat klimmen met de trike absoluut geen negatieve ervaring was. Jawel, het is en blijft hard werken, maar dat is het op een bukker evengoed. Het feit dat ik op de Soulor ongeveer evenveel fietsers inhaalde als er mij voorbij gingen, betekent in mijn ogen dat het absoluut geen onmogelijke opgave is.
Leve de Ventisit ! Mijn t-shirt was doorweekt na een uurtje klimmen (wellicht al veel vroeger, maar toen was ik boven) en ik wil niet weten hoe dat zou geweest zijn zonder ventilerend zitje. Dit nadeel heb je niet op een gewone fiets, maar die mannen hadden zo goed als allemaal een rugzak mee, dus in de praktijk moet dat wel hetzelfde resultaat geven.
In de afdaling was de trike heer en meester. Het volgende doel werd gehaald: 69,90 km/u registreerde mijn teller. Geen enkele fiets haalde me in, maar ik passeerde er wel enkele. Ook auto's gingen niet mee. Het gevoel is ongelooflijk, ook omdat je zo laag boven de grond zit.
Een bocht nemen betekent erg ver naar binnen hangen, zowat met je hoofd achter een voorwiel, en ondertussen met je buitenste arm je stuurhelft naar buiten en beneden duwen. Remmen doe je vòòr je aan de bocht komt. Hier kwam een nadeel (hoewel) van de ongeveerde Gforce naar boven: aan die snelheid springen de voorwielen op elke oneffenheid de lucht in. Als je ondertussen remt, blokkeert je wiel op dat ogenblik en dus komt een stilstaand wiel weer op het wegdek terecht. Als je dan niet oplet, gaat het achterwiel de lucht in. Ik veronderstel, maar ik heb er geen ervaring mee, dat een ophanging zoals Trice  als optie biedt een beter wegcontact als gevolg moet hebben en dus nog meer zekerheid. Let wel: de Gforce deed het schitterend en ik had alle vertrouwen in mijn voertuig !
Het vervangen van de Marathon Plus voorbanden door Kojaks heeft vruchten afgeworpen: ik ben er zeker van dat de eerdere banden veel sneller aan het schuiven zouden gegaan zijn.
Remmen deed ik met stoten, om de schijven de kans te geven af te koelen én om beter te kunnen doseren. Met het naar binnen hangen en de juiste (?) rem- en stuurtechniek slaagde ik erin om in de bochten niet teveel snelheid te verliezen. Op de rechte stukken versnelde de trike enorm snel, alsof ik telkens een duw in de rug kreeg.

Jammer, maar foto's maken van mezelf lukte niet. Geen beelden dus. Dit wordt ook iets voor het verlanglijstje, een adapter om een camera op de RAMmount te installeren.

Op de terugweg (met een boogje) stopten we nog in Millau, om de zo beroemde viaduct te bewonderen. Daarvoor reden we vanuit Millau naar Creissels en van daaruit over een smalle weg omhoog naar Brunas. Ergens op dat stukje weg maakte ik de volgende foto.

In het weerkeren reden we een poosje langs de Tarn, langs een fietspad (jawel, hier en daar is een stukje fietspad te vinden, maar je moet goed zoeken), langs een wandelpad,off road, ...


Conclusie: triken in de bergen is fun ! Lastig, zoals klimmen met elke fiets lastig is, maar dolle pret in het afdalen. Dit vraagt om meer.

Nog een conclusie: zoek routes die door de Tour de France aangedaan worden. De criteria voor de ronde zijn erg streng en de wegen waar de renners over rijden liggen er piekfijn bij. Het contrast tussen de pokdalige Col des Bordères en de prachtig aangelegde weg naar de Soulor is erg groot.

Mijn jongste ondervond de eerste dag al dat de snelheid bergaf vraagt om zorgvuldig gedoseerd remmen: voor mijn ogen ging hij in zijn enthousiasme net niet overkop ! Je moet je eigen grenzen even goed kennen als die van je fiets. In zijn jeugdig enthousiasme was hij dat even vergeten, vooral omdat er volk stond te kijken.

O ja, ook nog dit: als je schikt bergaf te razen, moet je absoluut kunnen vertrouwen op je materiaal. Omdat er niet echt veel volk passeert  op de kleine wegen moet je ook voorzien zijn op de courante defecten. Alle fietsen waren dus nagezien, bijgesteld, de kettingen gesmeerd, ...

Op de trike (of de bukker) zaten telkens fietstassen waarin minstens voor elke wielmaat een reserve-binnenband zat (20 en 26" voor de trike, dezelfde 26" voor de terreinfiets en een 28" voor mijn hybride), allemaal met eenzelfde Prestaventiel, zodat we met een eenvoudige pomp alle banden konden oppompen. Een sleutelset, met o.a. bandenlichters, standaardsleutels, enkele boutjes en moeren, was ook elke keer mee.

Ook voor onszelf moesten we zorgen: zonnebril - al was het maar om vuil uit de ogen te houden -, voldoende drinken, een warme trui en regenkledij waren altijd mee ! In de bergen kan het weer erg snel omslaan.

In de praktijk kreeg ik te maken met één lekke band en bleek 75 cl water per persoon meestal niet voldoende. De andere fietsers bleken dit te weten: de meeste rijden met twee drinkflessen op hun fiets.

2 opmerkingen:

  1. Leuk geschreven Jan,

    ik sta op het punt om ook een driewieler aan te schaffen en maakte mij nogal zorgen over de klim eigenschappen van zo'n driewieler. Door jou nuchtere verslag (kijk en vergelijk: op een bukker moet je ook werken) ben ik om!
    Dank je kerel,

    Groetjes Huub Vroomen

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Je zal het wel ervaren: het is leuk. De trike is ondertussen al een ruime tijd vervangen door een velomobiel (zoals je op de blog ongetwijfeld las). Daarmee kan ik de bergen vergeten, maar voor mijn woonwerkintenties is die dan weer meer aangewezen.

      Verwijderen