donderdag 2 juni 2011

vereisten voor een goede (lig-)fiets

Vooreerst is dit is natuurlijk erg persoonlijk, want gebonden aan fietsgewoontes. Bij mij betekent dat concreet een betrouwbaar, onderhoudsarm voertuig, comfortabel en als het kan ook snel.

Betrouwbaar betekent dat alle onderdelen héél degelijk zijn, zodat de kans op stukken minimaal is. Dat betekent ook dat zaken niet snel ontregeld raken, want dat verplicht je tot geregeld onderhoud. Wordt dat niet plichtsgetrouw uitgevoerd, dan gaat die betrouwbaarheid wel snel achteruit.

Onderhoudsarm houdt in dat alles zoveel mogelijk afgeschermd is: geen derailleur, maar naafversnellingen bijvoorbeeld. Je zou ook kunnen kiezen voor "geen versnellingen", maar voor mij komt het comfort dan weer in het gedrang. Naafversnellingen dus en liefst betrouwbaar ook. Dit laat een ingesloten ketting toe: een gesloten kettingkast betekent minder vuil op de ketting, dus minder reinigen en smeren. Een verlichting die betrouwbaar is en werkt onder alle weersomstandigheden bijvoorbeeld. Dat sluit een zijloper uit als stroombron uit (werkt niet in de sneeuw, ondervond ik) en batterijen werken geheid niet op het moment dat je ze nodig hebt. Of je hebt reserve nodig en dat is dan weer tegenstrijdig met onderhoudsarm. Blijft een naaf- of spaakdynamo en degelijke verlichting. Dat laatste is in deze era van ledlampen niet meer een probleem te noemen. Welke koplamp het ook is, het lichtpatroon is ook belangrijk. Een fietslamp is geen zaklamp, dus geen cirkelvormig patroon, maar het licht moet bovenaan duidelijk afgesneden zijn, zodat het allemaal gebundeld wordt op de grond voor je fiets. Op die manier verblind je ook geen tegenliggers.

Comfortabel op Vlaamse wegen betekent bij voorkeur één of andere vorm van vering: een geveerd zadel, een geveerde zadelpen, vering voor en achteraan of een combinatie van die elementen. Comfort hangt ook samen met ergonomie: graag geen pijnlijke of slapende polsen na tien kilometer, bij voorkeur geen zadelpijn of een opspelende rug...

Bij een ligfiets vertaal je dat in minstens achtervering en eventueel ook voorvering. De grootte van de wielen speelt hierin ook een rol. Een 26" achteraan is tegenwoordig zeer courant en ook vooraan wordt meer en meer op dezelfde maat overgestapt. Dat betekent meer stabiliteit en een rustiger rijgedrag (daar zijn natuurlijk ook nog andere parameters voor van belang). Twee gelijke wielen - 20 of 26" - zorgen er ook voor dat je minder reservemateriaal nodig hebt (één binnenband volstaat dan).
26" achteraan heeft nog meer voordelen: alle onderdelen voor de aandrijving zijn gewoon standaard, aangezien ook terreinfietsen die maat gebruiken. Je kunt dus een MTB-groep op je fiets zetten, zonder afwijkingen. De stukken zijn dan ook makkelijker te vinden in het geval vervanging nodig is, zowel hier als bijna overal ter wereld.

De fiets die het meest aan al die verzuchtingen tegemoet komt, is de Flevobike GreenMachine.



Helaas: de startprijs voor dit moois is al bijna € 4.000. Laat je de gesloten kettingkast weg, dan wordt het aanbod veel ruimer en de prijs heel wat lager. Enkele voorbeelden:


Challenge Seiran 26" tour

Nazca Gaucho 26"

Optima Oryx

Azub Ibex
Dit zijn telkens de basisversies. Zaken zoals naafversnellingen horen altijd bij de opties. Logisch, want de prijs is toch wat hoger.

In de volgende post geef ik een verslag van een weekje testen met één van deze.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten